Flammkuchen

Bereiding

• Verwarm de oven voor op 250 graden.
• Doe de bloem, gist en een snuf zout in een kom en meng dit goed door elkaar. Voeg hierna de olijfolie toe en begin met kneden. Giet het water er geleidelijk bij en blijf goed kneden voor zo’n 5 minuten. Het deeg moet nog een beetje plakkerig zijn. Als het nog te erg plakt, voeg je er nog een beetje bloem bij.
• Vorm er een mooie bol van, dek de kom af en laat het voor 1 uur rijzen op een warme plek.
• In de tussentijd kun je aan de slag gaan met de ingrediënten snijden voor de topping.
• Als het uur rijzen voorbij is, kneed je het deeg nog even door en maak je er 2 bolletjes van. Verdeel wat bloem over je werkblad en rol de deegbollen goed dun uit. Leg ze op een bakplaat die bekleed is met bakpapier. Nu is het tijd om de flammkuchen te beleggen.

• Snij de rode ui in halve ringen en de courgette in plakjes.
• Besmeer de eerste flammkuchen met de geitenkaas. Leg hierop de rode ui en de courgette plakjes. Verdeel de pijnboompitjes en nog wat geitenkaas erover heen.
• Zodra de flammkuchen uit de oven komt, besprenkel je het nog met wat balsamicoazijn.

• Snij de ui in halve ringen, de champignons in plakjes en de paprika in reepjes. Rasp wat Parmezaanse kaas.
• Besmeer de crème fraîche over het deeg en verdeel de ui, champignons, paprika en de hamblokjes over de flammkuchen. Top af met de Parmezaanse kaas.
• Schuif beide flammkuchen in de oven voor zo’n 10 tot 12 minuten.