Spruitjesstamppot met venkel en bacon

Bereiding

• Schil de aardappelen, snij in gelijke stukken en kook ze gaar in 20 minuten in wat water met zout.
• Maak ondertussen de spruitjes schoon. Snij het kontje eraf en verwijder de buitenste blaadjes. Kook de spruitjes in ongeveer 8 minuten beetgaar in een laagje water met een snuf zout.
• Verwarm de oven voor op 200 graden. Verdeel de plakken bacon op een bakplaat bekleed met aluminiumfolie en schuif in de oven voor ongeveer 15 minuten, totdat de plakken mooi donkerrood zijn geworden. Laat de bacon uitlekken op keukenpapier.
• Snij de venkel doormidden, verwijder de boven- en onderkant en de harde kern. Snij de venkel in plakken van ongeveer 0,5 cm dik.
• Smelt 15 gram boter met een scheutje olijfolie in een koekenpan. Bak hierin de plakken venkel in ongeveer 10 minuten aan beide zijden goudbruin op middelhoog vuur. Breng op smaak met peper en zout. Haal de plakken uit de pan. Rooster in dezelfde koekenpan het venkelzaad voor een paar minuten. Besprenkel ondertussen de plakken venkel met honing en leg ze weer terug in de pan. Laat ze aan beide zijden karamelliseren.
• Giet de aardappels af en kook ze even droog. Verwarm de melk in een pannetje. Stamp de aardappels fijn met 20 gr roomboter en de melk. Meng de kerriepoeder en de mosterd door de puree en breng op smaak met zout en peper. Hak de walnoten grof en schep deze samen met de spruitjes door de aardappelpuree.
• Verdeel de stamppot over de borden en verdeel hierover de gekaramelliseerde venkel en de bacon.